Direct naar content
RADAR Discriminatie melden
Discriminatie melden
Artikel

Europese Hof van Justitie buigt zich over verbod hoofddoek

Mag een particuliere werkgever een moslima verbieden om een islamitische hoofddoek op het werk te dragen bij het contact met klanten? En welke voorwaarden gelden ten aanzien van dit soort kledingvoorschriften? Het Europese Hof van Justitie buigt zich over twee zaken waarbij moslima’s werden ontslagen vanwege het dragen van een hoofddoek. Het gaat om een receptioniste van beveiligingsbedrijf in België en een Franse projectingenieur.

Van twee opvallende zaken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn in mei en juli de adviezen van de Advocaten-Generaals gepubliceerd. In beide gevallen wordt van het Hof een principiële beslissing verwacht die verder strekt dat de concrete kwesties zelf en richtinggevend zal zijn voor het dragen van de islamitische hoofddoek bij bepaalde functies met klantcontact. Het Hof zal zich voor het eerst zich uitspreken over de vraag of een particuliere werkgever een werkneemster die moslima is, mag verbieden om op het werk een hoofddoek te dragen uit het oogpunt van het verbod op discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging. Eerder heeft het Hof al diverse belangrijke uitspraken gedaan met betrekking tot moslima’s in de openbare sector.  

Het Hof van Justitie van de Europese Unie doet uitspraken over de interpretatie van de Europese regelgeving die als richtlijn van toepassing is in de lidstaten en uitgewerkt is in de nationale wetgeving. Bij vragen over interpretatie en toepassing van de richtlijn, kunnen nationale rechters in hun rechtszaken het Hof verzoeken om een prejudicieel advies. Dit advies is met name bedoeld voor de rechters van het Hof en wordt meestal opgevolgd bij de uiteindelijke uitspraak van het Hof. De uitspraak van het Hof is bindend voor de nationale rechter en moet in diens uitspraak worden meegenomen.

Verbod hoofddoek

De vragen aan het Hof waren de volgende:

  1. Mag een particuliere werkgever een werkneemster die moslima is, verbieden om op het werk een hoofddoek te dragen en mag hij haar ontslaan wanneer zij weigert haar hoofddoek op het werk af te doen? 
  2. In hoeverre leidt het verbod op discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging krachtens het Unierecht tot onrechtmatigheid van het ontslag -en dus verboden onderscheid- van werkneemsters die praktiserend moslim zijn, vanwege het weigeren te voldoen aan een instructie van hun particuliere werkgevers om tijdens klantcontacten geen hoofddoek te dragen?                                                                                                                              

Beide adviezen zijn aan het Hof voorgelegd met uiteenlopende uitkomsten.