Monitor Moslimdiscriminatie
In de Monitor Moslimdiscriminatie onderzoekt Ineke van der Valk discriminatie van moslims in Nederland. Zij presenteert ervaren en geregistreerde discriminatie en geweld tegen Nederlandse moslims samen met de beeldvorming en opinies over hen. Zo ontstaat een beklemmend beeld.
Vooroordelen en achterstelling
Uit het onderzoek blijkt dat moslims in Nederland worden gediscrimineerd op belangrijke maatschappelijke terreinen. Dat is onder meer het gevolg van negatieve vooroordelen en stereotypen over de islam en moslims. In het politieke en publieke debat wordt de islam voortdurend besproken en bekritiseerd. Online en offline. Maar het blijft niet bij meningen en opinies alleen.
Eenzijdige en negatieve opvattingen over de Islam vertalen zich in negatief gedrag tegen moslims en islamitische organisaties. Ongeveer de helft van de moslims is in het afgelopen jaar negatief bejegend of achtergesteld op sociaal, economisch of cultureel gebied. Een derde van de Islamitische organisaties kreeg in de afgelopen jaren te maken met vernieling, bedreiging of geweld.
Omgaan met moslimdiscriminatie
Uit het onderzoek blijk evident dat de moslimgemeenschap in
Nederland te maken heeft met sociale uitsluiting en negatieve beeldvorming.
Mensen zijn somber over de gelijke kansen die moslims hebben in
Nederland, maar er is geen angst. Wel veroorzaakt discriminatie vaak sterke
emoties,
zoals boosheid en verdriet.
Reacties van de samenleving op moslimdiscriminatie
Van der Valk stelt dat moslimdiscriminatie – net als racisme – door de samenleving en politiek wordt afgedaan als incident. Er is geen erkenning voor de structurele aard van de achterstelling. Dat leidt tot politisering of bagatellisering van moslimdiscriminatie. Pogingen om uitingen van islamofobie te agenderen worden dikwijls gepareerd met het recht op religiekritiek en het aanhalen van veronderstelde misstanden binnen de moslimgemeenschap of ‘-cultuur’. De islamitische gemeenschap wordt daarbij gepresenteerd als uniforme entiteit.
Gelukkig gloort er volgens de onderzoeker ook hoop aan de horizon. De civil society creëert een tegengeluid. Een jonge kritische generatie mengt zich actief in het debat wat de eenzijdige belichting en beeldvorming over de islam doorbreekt. De overheid voert een programma uit tegen discriminatie, waar moslimdiscriminatie ook onderdeel van uitmaakt.
Sociale rechtvaardigheid als richtlijn
Volgens Van der Valk is er weinig maatschappelijk bewustzijn
over mensenrechten, waaronder het antidiscriminatiebeginsel. Mensenrechten zijn
fundamentele grondbeginselen en geen meningen.
Over dit lage bewustzijn heeft het College voor de Rechten van de Mens ook al
vaker zorgen uitgesproken. Van der Valk pleit daarnaast voor extra inzet om
sociale rechtvaardigheid voor alle Nederlanders te garanderen. Sociale
rechtvaardigheid is niet alleen de afwezigheid van discriminatie, maar ook de
aanwezigheid van gelijke rechten en kansen.
Scope van het onderzoek
Ineke van der Valk gebruikt drie soorten onderzoeksgegevens. Zij combineert de resultaten uit haar eigen surveyonderzoek onder moskeeën met onderzoeksresultaten van anderen naar beeldvorming en discriminatie van moslims. Daar voegt zij de registraties aan toe van organisaties waar (moslim)discriminatie wordt gemeld. Haar onderzoek beperkt zich dus niet tot het perspectief van de gediscrimineerde moslim. Zij betrekt bewust de beeldvorming, het klimaat en het discours óver moslims omdat dit de context bepaald waarbinnen moslimdiscriminatie zich afspeelt.