Direct naar content
RADAR Discriminatie melden
Discriminatie melden
Artikel

Aangifte tegen PVV-campagnespot

De recente campagnespot van de PVV in de Zendtijd voor Politieke Partijen gaat verder dan kritiek op de islam, het vormt een discriminatoire belediging van moslims en zet aan tot haat tegen en discriminatie van moslims. Dat stellen RADAR en vier koepelorganisaties die vandaag gezamenlijk aangifte hebben gedaan. De Officier van Justitie heeft in reactie op de aangifte laten weten geen strafbare feiten in de campagnefilm te zien en gaat om die reden niet tot vervolging over. RADAR en de koepels zijn het hier niet mee eens en beraden zich nog op verdere stappen.

De aangifte tegen Wilders en de PVV is een gezamenlijk initiatief van RADAR en de koepelorganisaties CMO (Contactorgaan Moslims en Overheid), SMBZ (Samenwerkende Moskeeën Brabant en Zeeland), SIORH (Samenwerkingsverband Islamitische Organisaties Regio Haaglanden) en SPIOR (Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond).

Bezorgde reacties

De campagnespot, die 15 maart werd uitgezonden in de Zendtijd voor Politieke Partijen, begint met de tekst “Islam is “, waarna woorden volgen als discriminatie, geweld, terreur. Bij de slotzin ‘ISLAM IS DODELIJK’ druipt er bloed uit de letters. Het leidde tot veel bezorgde reacties in de Nederlandse samenleving. “Onsmakelijk”, zei minister-president Rutte en schrijver Tommy Wieringa stelde vast in het Algemeen Dagblad: “Dat is geen cultuurkritiek meer, dat is een regelrechte hetze’

Provocatieve vertoning

Marianne Vorthoren, directeur van SPIOR, weet dat de campagnespot tot grote bezorgdheid heeft geleid in haar achterban. “Tegenover deze provocatieve vertoning hebben we desondanks de kalmte en waardigheid bewaard. Maar we vertrouwen op de rechtsstaat en bewandelen die weg om dit aan de kaak te stellen. Moslims moeten de ruimte krijgen om zichzelf te zijn, zodat ze volwaardig kunnen meedraaien in de samenleving, net als andere burgers.”

Advies Prakken d’Oliveira en Tom Zwart

Dat de aangifte van RADAR en de koepelorganisaties zo’n zes weken na de uitzending volgt, heeft twee redenen. Ten eerste wilden RADAR en de koepelorganisaties voorkomen dat een aangifte vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen de aandacht af zou leiden van het inhoudelijke politieke debat. Daarbij is de tijd genomen ter zake juridisch advies in te winnen en de aangifte gedegen voor te bereiden. RADAR en de koepelorganisaties hebben zich mede laten adviseren door advocatenkantoor Prakken d’Oliveira en hoogleraar mensenrechten prof. dr. Tom Zwart, die als getuige-deskundige in de eerdere rechtszaak tegen Wilders stelde dat de wet geen grondslag bood voor vervolging van Wilders.

RADAR en de vier koepelorganisaties doen aangifte van:

  1. Het beledigen van moslims door hun religie, de islam, categorisch gelijk te stellen aan discriminatie, geweld, terreur, etc. (art. 137 c Wetboek van Strafrecht).
  2. Het aanzetten tot haat tegen en discriminatie van moslims door de islam categorisch gelijk te stellen aan discriminatie, geweld, terreur, etc. (artikel 137d Wetboek van Strafrecht).

Extreem negatieve karakterisering

RADAR en de vier koepelorganisaties onderschrijven dat het mogen hebben van scherpe kritiek op een religie, ook de islam, een groot goed is, dat met de aangifte niet ter discussie wordt gesteld. In de betreffende campagnespot is echter geen sprake van zakelijke kritiek op een religie of van een betekenisvolle bijdrage aan een maatschappelijk debat. Het betreft een niet onderbouwde, extreem negatieve karakterisering van de islam. Moslims worden hier door de PVV afgeschilderd als een bevolkingsgroep die zich identificeert met discriminatie, geweld, terreur, etc. Daarmee zet de PVV aan tot discriminatie van en haat tegen alle moslims in Nederland.

Vrijheid voor iedereen

Met uitspraken over het verbieden van de Koran, een verbod op hoofddoeken en het sluiten van islamitische scholen en moskeeën heeft de PVV al eerder laten zien dat de partij zich niet beperkt tot kritiek op een religie, maar maatregelen nastreeft die een specifieke groep gelovigen in de uitoefening van de godsdienstvrijheid beperkt. Marianne Vorthoren: “In deze zaak gaat het om moslims, maar we moeten ons goed realiseren dat als de vrijheid voor één groep wordt aangetast, de vrijheid voor iedereen op het spel staat.”

Reactie Officier van Justitie

De Officier van Justitie voert aan dat de campagnespot zich richt op de islam en niet op een groep mensen. Ook zet de spot niet aan tot enig strafbaar feit of gewelddadig optreden, volgens de Officier.