Direct naar content
RADAR Discriminatie melden
Discriminatie melden
Artikel

Uitgelegd: micro-agressie, tone policing en gaslighting

Wanneer over racisme of discriminatie wordt gepraat, komen er wel eens moeilijke woorden voorbij. Het is namelijk belangrijk om alle aspecten van racisme en discriminatie te kunnen benoemen en bespreken. In dit artikel legt RADAR enkele van die begrippen uit: micro-agressie, tone policing en gaslighting.

Micro-agressie

Wat is het?

Micro-agressies zijn alledaagse, subtiele opmerkingen of gedragingen die een soort vooroordeel jegens (vaak) historisch gemarginaliseerde groepen communiceren. De opmerkingen of gedragingen zijn meestal niet slecht bedoeld, maar de impact kan heel groot zijn. Een voorbeeld is wanneer een witte Nederlander ‘wat spreek je goed Nederlands’ zegt tegen een Nederlander van kleur. Die laatste is in veel gevallen in Nederland geboren en spreekt misschien niet eens een andere taal dan Nederlands. Door de opmerking wordt het ‘anderszijn’ van de persoon van kleur benadrukt.

Er zijn drie soorten micro-agressies:

  • Micro-aanval: een verbale of non-verbale discriminerende uiting waarin duidelijk wordt gemaakt dat de ander minder ‘waard’ is. Dit is vaak opzettelijk.
  • Micro-belediging: een gedraging die ongevoelig en denigrerend is voor iemands identiteit of (migratie)achtergrond.
  • Micro-ondermijning: een gedraging die bepaalde ervaringen van mensen ontkracht, niet serieus neemt.

Waarom is het een probleem?

Bij micro-agressies gaat het niet zozeer om de intentie van de gever, maar om de impact ervan op de ontvanger. De opmerking ‘wat spreek je goed Nederlands’ kan oprecht als compliment bedoeld zijn. Maar voor iemand die in Nederland is geboren, en dit ‘compliment’ misschien wel meerdere keren per week van onbekenden krijgt, komt dit niet positief over.

Het maakt dus niet uit wat de bedoeling is van de persoon die de opmerking maakt. Hoe klein of onschuldig micro-agressies ook kunnen klinken, ze kunnen altijd grote impact hebben op de ontvanger. Het grootste probleem is namelijk dat micro-agressies zich vaak opstapelen. Een persoon uit een minderheidsgroep hoort namelijk vaak meerdere micro-agressies per dag.

Een micro-agressie wordt daarom wel vergeleken met een muggenbeet. Eén muggenbeet is hinderlijk, maar kun je nog wel hebben. Tientallen muggenbeten in korte tijd, dat wordt al echt vervelend. En na de honderdste muggenbeet is het begrijpelijk dat je boos wordt.

In deze Engelstalige video wordt micro-agressie helder uitgelegd.

Wat kun je zelf doen?

Ervaar je een opmerking of handeling van een ander als micro-agressie? Probeer het dan bespreekbaar te maken. De volgende punten kunnen je daarbij helpen:

  • Vraag om verduidelijking: ‘Wat bedoelde je precies met je opmerking?’
  • Scheid intentie van impact. Bijvoorbeeld: ‘Je hebt het vast niet zo bedoeld, maar die opmerking deed me pijn.’
  • Concentreer je op de micro-agressie zelf, niet op degene die deze uit. Hierdoor voelt iemand zich minder persoonlijk aangevallen en staat diegene waarschijnlijk eerder open voor een gesprek.
  • Deel eventueel wat je al geleerd hebt over micro-agressies, discriminatie of racisme.
  • Belangrijk! Je eigen gevoel van veiligheid staat altijd voorop. Ga het gesprek niet aan als je je onveilig voelt of zoek bondgenoten om je te ondersteunen.

Merk je na het lezen van dit artikel dat je zelf wel eens onbedoeld een micro-agressie hebt geuit? Als de persoon om wie het ging een bekende van je is, dan kun je op de opmerking terugkomen. Dat kan in positieve zin verschil maken, want je geeft die persoon erkenning voor de ervaring en je geeft ruimte om over de impact ervan te praten.

Realiseer je je op het moment dat het gebeurt dat er sprake is van een micro-agressie? Bied dan je excuses aan en probeer ruimte te bieden voor een gesprek.

Tone policing

Wat is het?

Tone policing – in het Nederlands ook wel toonpolitie of tooncontrole genoemd – is het fenomeen waarbij kritiek wordt gegeven op hoe je iets zegt, in plaats van op wat je zegt. Door alleen in te gaan op de manier waarop iets wordt gezegd, wordt de aandacht afgeleid van wat er gezegd wordt.

      Tone policing zie je vaak gebeuren in politieke debatten, maar ook in vergaderingen op werk of in persoonlijke discussies komt het voor. Wanneer iemand de nadruk legt op de ‘boze toon’ waarmee je iets zegt, of de ‘emotionele staat’ waarin je zou verkeren, wordt er niet meer geluisterd naar wat je zegt. Door de aandacht af te leiden gaat het gesprek alleen nog maar over de ‘toon’ en niet langer over de inhoud.

Waarom is het een probleem?

Tone policing is vooral voor vrouwen, mensen van kleur en LHBTIQA+ personen herkenbaar. Als zij gepassioneerd een punt proberen te maken, worden ze vaak ‘emotioneel’ genoemd, of zelfs ‘hysterisch’. Voor vrouwen van kleur is het nog erger, zij worden al gauw weggezet als de ‘boze zwarte vrouw’. Denk maar aan Sylvana Simons toen zij Tweede Kamerlid was en regelmatig werd aangesproken op haar ‘boosheid’, zonder dat inhoudelijk op haar argumenten werd ingegaan.

“(…) Ik vind het fascinerend dat het zo lang gaat over hoe ik spreek terwijl het over zo’n belangrijk onderwerp gaat: racisme, ongelijkheid en discriminatie in onze samenleving. Mensen zijn heel druk met mij bezig, terwijl het niet om mij gaat. Het is makkelijk om een symbool aan te wijzen. Dan hoeven we het niet over het grote geheel te hebben. Het is tone policing, het gegeven waarmee men, vaak witte mannen, een ander vertelt hoe hij of zij iets moet vertellen zodat de ander, bijvoorbeeld witte mensen, de boodschap hoort.”

– Sylvana Simons tijdens een interview in De Balie in 2016 (Joop.nl)

Tone policing zorgt ervoor dat er minder naar vrouwen, mensen van kleur en LHBTIQA+ personen wordt geluisterd. Door de focus te leggen op de toon, worden hun argumenten minder serieus genomen. Tone policing is daarmee ook een vicieuze cirkel: hoe vaker iemand tone policing ervaart in een vergadering of discussie, hoe minder snel diegene zich een volgende keer zal uitspreken. Zo worden hun meningen en opvattingen nog minder gehoord.

Wat kun je zelf doen?

Ervaar je tone policing als je een punt probeert te maken? Probeer je dan uit te spreken. Maak duidelijk dat jouw manier van praten niet van belang is, wel wat je te zeggen hebt.

Herken je tone policing bij een ander, bijvoorbeeld in een vergadering? Spreek dan diegene aan. Probeer het te benoemen en vraag de persoon die de tone policing ondervond diens argument te herhalen.

Hoe voorkom je tone policing bij jezelf? Houd er rekening mee dat een onderwerp iemand persoonlijk kan raken. Dat iemand verdriet, boosheid of een andere emotie laat zien in een discussie, betekent niet dat diens argument minder waardevol is. Luister altijd naar de inhoud, op welke manier iemand ook iets zegt.

Gaslighting

Wat is het?

Gaslighting is een subtiele vorm van manipulatie die iemand aan het twijfelen brengt over diens ervaring, waarneming of gevoel. Door gaslichting gaat iemand ongemerkt twijfelen aan diens gezond verstand.

De naam gaslighting is ontleend aan het toneelstuk Gas Light uit 1938, van de Britse schrijver Patrick Hamilton. In dit toneelstuk brengt een man zijn vrouw opzettelijk aan het wankelen door met het licht te spelen. Als zijn vrouw iets zegt van de gedimde lichten, ontkent hij dat er iets met het licht gebeurd is. Langzaamaan begint de vrouw aan haar eigen waarneming te twijfelen.

Gaslighting komt vaak voor als mensen discriminatie of racisme aankaarten. Een LHBTIQA+ persoon die schelden met het woord ‘homo’ aankaart, kan te horen krijgen dat ‘het niet zo erg is’ of dat diegene ‘overdrijft’. Of tegen een persoon van kleur die zwarte piet bespreekbaar wil maken, wordt gezegd dat ‘het toch alleen maar een kinderfeestje is’ of ‘allemaal wel meevalt’. Een discriminerende uitspraak achteraf een grapje noemen, is ook een vorm van gaslighting.

Waarom is het een probleem?

Door gaslighting worden gevallen en gevoelens van discriminatie niet serieus genomen. De ervaringen van mensen van kleur, LHBTIQA+ personen, mensen met een beperking of anderen worden gebagatelliseerd. Zo wordt het onmogelijk om discriminatie bespreekbaar te maken. Door te zeggen dat iemand ‘zich aanstelt’ wordt bovendien de verantwoordelijkheid voor de ervaren discriminatie of racisme bij het slachtoffer gelegd, niet de pleger.

Wat kun je zelf doen?

Stap uit het gesprek, wanneer je als slachtoffer niet weet hoe je moet reageren, adviseert Chanel Matil Lodik bij dit onderwerp in Het Antiracisme Handboek. “Voor je eigen mentale welzijn, en omdat iemand die gaslighting inzet er bewust op uit is om jou te laten geloven dat je het niet bij het juiste eind hebt.”

Mocht je de confrontatie wel durven en willen aangaan, dan kun je iets zeggen als: ‘Ik heb je begrepen, maar mijn ervaring was echt anders.’

Ben je getuige van gaslichting? Dan is het belangrijk om de ervaring van het slachtoffer te erkennen, aldus Matil Lodik. Vervolgens adviseert ze te reageren met bijvoorbeeld een opmerking als: ‘Voor jou is het maar een grapje. In feite is het stereotyperend en stigmatiserend.’

Tot slot kun je kritisch naar jezelf kijken. Heb jij in het verleden een discriminerende opmerking ‘een grapje’ genoemd? Nam je de verhalen van iemand die discriminatie aankaartte altijd serieus? Probeer dat vanaf nu te veranderen. Vergelijk de ervaring van je gesprekspartner niet met jouw eigen ervaring en probeer onbevooroordeeld te luisteren.

Bronnen / meer lezen