Direct naar content
RADAR Discriminatie melden
Discriminatie melden
Artikel

Febe Deug en Gemma Lago: toezichthouders met hart voor diversiteit en inclusie

Gemma Lago en Febe Deug

De een heeft een lange carrière als organisatieadviseur achter de rug en houdt van badminton, film en lezen. De ander runt een eigen bureau voor communicatie en coaching en stapt in haar vrije tijd op de motor. Wat ze gemeen hebben, is hun onvoorwaardelijke inzet voor een gelijkwaardige samenleving. Febe Deug en Gemma Lago zijn de nieuwe en vertrekkende voorzitter van de raad van toezicht. Een persoonlijk gesprek over wat inclusie voor ze betekent en hoe ze het verschil willen maken.

Wat betekent gelijke behandeling voor jou?

Febe: In gelijke situaties verdient iedereen een gelijke behandeling. Dat is een belangrijk vertrekpunt. Toch gaat het niet altijd op. De samenleving is als een wedstrijd waarin iedereen een verschillende startpositie heeft. Soms is ongelijke behandeling nodig om te zorgen dat de wedstrijd eerlijker wordt.’

Gemma: ‘Ik denk dan gelijk aan inclusie. Dat gaat over kansengelijkheid. Het onderkennen van verschillen is nodig om iedereen op een gelijkwaardige manier mee te laten doen. Om een voorbeeld te geven: als je een gebouw maakt met alleen maar trappen en geen liften, dan hebben fysiek beperkte mensen geen toegang. Dat maakt dat je ze discrimineert want je sluit ze buiten.’  

Febe: ‘Hoe ongelijkheid terecht komt in de samenleving, dat verschilt ook per individu. Er zijn ook witte mensen die ontzettend aan het kortste einde trekken en succesvolle LHBTIQ+ personen of mensen van kleur. Het is belangrijk dat we die nuance blijven zien en mensen niet vastpinnen in de groep waartoe ze behoren.

Zien wij ook steeds meer verschillen?

Febe: ‘Het sterke identiteitsdenken leidt tot steeds kleinere vakjes. Daardoor lopen we ook het risico dat we verwijderd raken van elkaar. Een mens is niet alleen maar of zwart of wit of vrouw.’

Gemma: ‘Het gaat ook om de waarden en belangen die je nog steeds met elkaar deelt. We zijn niet alleen individuen, we maken met elkaar nog steeds de samenleving.

Wat is jouw persoonlijke ervaring met discriminatie?

Febe: “Ik heb een gemengde achtergrond. Mijn ouders komen uit voormalig Nederlands-Indië. Ik ben opgegroeid met het idee dat we te gast zijn in Nederland. We horen hier niet vanzelfsprekend, je moet je plek verdienen. Wat ik in de opvoeding meekreeg was: je bent een Indo, maar als je je best doet, zou je misschien mee mogen doen. Door de tijd heen ga je daar anders mee om, dat komt doordat je meer levenservaring krijgt en je maatschappelijke positie verandert.’

Gemma: ‘Ik ben me zeer bewust van mijn privileges als witte, hoogopgeleide, werkende vrouw in Nederland. Tegelijkertijd ervaar ook ik ongelijkheid. Als vrouw heb ik dagelijks te maken met impliciete aannames en microagressies. En ik merk het ook met de samenlevingsvorm die mijn partner en ik hebben gekozen: namelijk dat we samen een gezin met kinderen hebben en apart van elkaar wonen. Dit past in geen enkel hokje bij de fiscus, huisarts of andere instantie. Je kunt enkel kiezen uit getrouwd, verweduwd, samenwonend of gescheiden. Dat geldt ook voor eenoudergezinnen of gezinnen met meerdere partners.

Febe Deug is sinds 20 september voorzitter van de raad van toezicht van RADAR, Art. 1 en IDEM Rotterdam. Daarnaast bekleedt ze verschillende bestuursfuncties. Sinds kort is ze ook bestuursvoorzitter bij Stichting Mores, het meldpunt voor ongewenst gedrag in de cultuursector.

Wat wil je meenemen naar de raad van toezicht?

Febe: Ik ben per 1 januari gestopt met mijn baan en wil op een andere manier bijdragen aan de samenleving. Door mijn ruim twintig jaar ervaring als organisatieadviseur, neem ik de blik van buiten mee; het perspectief van de mensen die niet aan tafel zitten. Daarbij was gelijke behandeling een rode draad in mijn carrière. Ik heb veel organisaties begeleid bij diversiteit en inclusie, dat heette in 1985 nog multiculturalisatie. Ook was ik als interim-manager bij het Landelijk Bureau Rassendiscriminatie (LBR) betrokken bij de totstandkoming van Art. 1, nu nog altijd een zusterorganisatie van RADAR. Verder heb ik een groot onderzoek gedaan naar systeemdiscriminatie bij de Haagse Hogeschool en ben ik betrokken geweest bij het implementeren van de aanbevelingen.

Gemma: ‘Een wijze les die ik belangrijk vind is: zo buiten zo binnen. Wat je naar buiten uitdraagt aan waarden en normen, moet je binnen op orde hebben. Anders ondermijn je je eigen geloofwaardigheid. Daar ben ik me zeer bewust van geweest in mijn rol als toezichthouder en voorzitter. Wat ik uitdroeg namens RADAR, daar moesten we ook intern mee aan de slag.’

Hoe divers is de raad van toezicht?

Gemma: ‘De raad van toezicht bestaat uit vijf mensen. Het is onmogelijk om daarmee een afspiegeling te zijn van de samenleving en recht te doen aan alle verschillen die er zijn. Ik denk wel dat alle leden zich heel bewust zijn dat ze er voor iedereen zitten, voor alle doelgroepen. En we streven bij de samenstelling naar zoveel mogelijk diversiteit: niet alleen huidskleur of culturele achtergrond, maar ook als het gaat over genderbalance en verschillende soorten expertise.

Wat gaat de toekomst ons brengen?

Febe: ‘Het maatschappelijke krachtenveld is in beweging. Hoe RADAR aan gaat sluiten bij deze veranderingen, dat vind ik een uitdagende en spannende vraag. Ik ben er de persoon niet naar om meteen te zeggen: we gaan dit of dat doen. Eerst maar eens goed kijken en luisteren. Gelukkig hebben we toezichthouders die al langer meedraaien en ook een organisatie die al veertig jaar bestaat.’

Gemma: ‘Ik vond en vind het belangrijk dat we blijven inzetten op de langetermijnvisie en de impact die RADAR kan en wil hebben om inclusie in Nederland te bevorderen. Als grootste antidiscriminatievoorziening mogen we ook het voortouw nemen om de samenwerking tussen antidiscriminatievoorzieningen te verstevigen.’

Gemma, hoe kijk je terug op je periode in de raad van toezicht?

Gemma: ‘Ik heb zes jaar onderdeel uitgemaakt van de raad van toezicht, waarvan de laatste drie jaar als voorzitter.  Met name die laatste periode was intensief door meerdere bestuurderswisselingen en de maatschappelijke reuring.  We hebben strategische keuzes moeten maken om de koers te verstevigen. Dat heeft veel gevraagd van ons als raad van toezicht, maar vooral van de organisatie. Ik heb het echter ook ervaren als een periode waarin ik veel heb geleerd. Deze organisatie is heel warm, toegankelijk en laagdrempelig. Ik heb me altijd welkom gevoeld. Dat gun ik Febe ook: om met heel veel plezier met RADAR, Art.1 en IDEM Rotterdam te werken.’

Gemma Lago maakte zes jaar onderdeel uit van de raad van toezicht van RADAR, waarvan de laatste drie jaar als voorzitter.