Een nieuwkomer krijgt een huis, maar zoekt een thuis.
Tienduizenden vluchtelingen meldden zich dit najaar aan de Europese grenzen. Een onbekend aantal overleefde de overtocht niet. De roep om opvang van vluchtelingen verdeelde niet alleen de Europese lidstaten. Voor en tegenstanders troffen elkaar in Oranje, Woerden, Steenbergen en de Rotterdamse Beverwaard. De media deden uitgebeid verslag van leed en commotie. Nu de opvang een feit is, lijkt de vluchteling goeddeels van ons netvlies verdwenen. Intussen is het vluchtelingenbeleid gereduceerd tot een opvangkwestie. Willen we terugkijken op een succesvolle integratie van vluchtelingen, dan moeten we ambitieuzer zijn.
Een vluchteling laat meer dan zijn vaderland achter. Een vluchteling wisselt van identiteit. Wie en wat vluchtelingen waren in het land van herkomst, is hier niet meer vanzelfsprekend. In Nederland worden zij gezien als nieuwkomer, migrant, allochtoon. Hun maatschappelijke status moet opnieuw bevochten worden.
Wellicht zit het tij mee. VNO-NCW en de technische sector hebben hun hoop gevestigd op de nieuwe vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië. Zij verwachten dat zij de relevante opleiding en werkervaring hebben in de sectoren waar we in Nederland een tekort aan geschoold personeel hebben. Alle onvervulde vacature kosten de bedrijven en de Nederlands economie geld. Dat de overheid haar eigen dienst Informatiecentrum DiplomaWaarding de capaciteit moet geven om de verwachte toestroom van aanvragen te verwerken, is dan ook een ‘no-brainer’. Want iedereen weet dat een betaalde baan de snelste weg is naar een succesvolle maatschappelijke integratie.
De
vluchteling die huis en haard heeft verlaten zoekt nieuwe vaste grond onder de
voeten.
Wil vertrouwd raken met de nieuwe fysieke en sociale omgeving. Wil het gevoel
hebben erbij te horen. Op de vraag wat de samenleving en het individu kunnen
doen voor de integratie van vluchtelingen hoorde ik enkele jaren terug een
opmerkelijk eenvoudig antwoord: ‘Stel je netwerk beschikbaar aan
vluchtelingen.’ Dit voorstelt snijdt hout. Onze netwerken hebben ons gebracht
waar we zijn. Ze zijn sterk en divers. Door nieuwkomers er werkelijk in op te
nemen ontsluit we al die contacten en de kansen die daarmee gepaard gaan.
Een stevig netwerk helpt vluchtelingen ook om zich verbonden te voelen met Nederland en zich er thuis voelen. Nu de kerstwensen en goede voornemens worden gevormd, geef ik gehoor aan de hartenkreet ‘ Open uw netwerken’. Doet u mee? Want uiteindelijk is het toch onze ambitie dat niet alleen de afkomst, maar vooral de toekomst ertoe doet.
Rita Schriemer werkt bij Radar/art1