Rukio Adow: ‘Vrouwen die eerst wantrouwend waren, werken nu voor ons als sleutelpersoon’
Rivaliteit tussen verschillende clans, meisjesbesnijdenis of huiselijk geweld: vluchtelingen uit Somalië kampen soms ook in Nederland met onveiligheid. De begin jaren negentig uit Somalië gevluchte Rukio Adow wilde hen helpen: ze richtte stichting Asiya op om de gezondheid en veiligheid van Somalische mensen in Nederland te vergroten.
Rukio Adow ontvluchtte begin jaren negentig haar thuisland Somalië, toen er na de val van het regime van dictator Siad Barre een burgeroorlog uitbrak tussen verschillende clans. In Nederland was ze veilig voor de oorlog, maar ze merkte dat veel andere Somalische vluchtelingen zich alsnog onveilig voelden. ‘Ik zag ook hier dat Somaliërs van verschillende clans met elkaar in gevecht gingen’, vertelt ze. ‘Als ze zelfs hier blijven vechten, dan zijn Somaliërs ook in Nederland niet veilig. Ik wilde een bijdrage leveren aan de veiligheid en gezondheid van Somalische mensen in Nederland. Daarom richtte ik in 2006 stichting Asiya op.’
Adow werkte toen al enige tijd bij verschillende maatschappelijke organisaties en wist dus hoe het werkte. ‘Tijdens dat werk heb ik ideeën gekregen voor projecten en heb ik geleerd hoe ik het moest aanpakken’, vertelt ze. ‘De ideeën heb ik verder uitgewerkt en ik ben de stichting begonnen. Ik begon met projecten voor de empowerment van meisjes en vrouwen met een Somalische achtergrond, maar in de loop van de tijd zijn we ons ook gaan richten op Somalische mannen en op andere mensen met een vluchtelingenachtergrond. Ook ons werkgebied werd steeds groter: we begonnen in Rotterdam, maar zijn ook actief in Capelle aan den IJssel, Den Haag, Tilburg en Den Bosch.’
Meisjesbesnijdenis
Een van de onveilige praktijken die vanuit Somalië was meegenomen naar Nederland, is vrouwelijke genitale verminking (vgv), ook wel meisjesbesnijdenis genoemd. ‘Het is een traditie die we vanuit Somalië hebben meegenomen naar Nederland’, legt Adow uit. ‘Voor veel mensen zit er een religieuze reden achter om hun dochter te laten besnijden, of ze denken dat het hygiënischer is. Inmiddels weten we dat het beschadigend is voor meisjes en vrouwen, dat ze grote gezondheidsrisico’s lopen.’
Om de Somalische gemeenschap in Nederland bewust te maken van de kwalijke gevolgen van vgv, maakt Adow het onderwerp op allerlei manieren bespreekbaar. ‘Samen met de Rotterdamse stichting me&society hebben we een paar jaar geleden het theaterstuk Hechting gemaakt. Hierin gaan vrouwen uit drie verschillende generaties met elkaar in gesprek over meisjesbesnijdenis. Maar ook in persoonlijke gesprekken probeer ik uit te leggen dat veel ideeën rond meisjesbesnijdenis niet kloppen en dat het niet goed is voor onze kinderen.’
Huiskamergesprek
Al sinds de oprichting kunnen mensen met een Somalische migratieachtergrond bij stichting Asiya terecht met allerlei vragen, bijvoorbeeld over de opvoeding. ‘Jaren geleden merkten we dat kindermishandeling een probleem was’, vertelt Adow. ‘In Somalië leerden we vroeger dat we onze kinderen klappen mochten geven, dus dat gebeurde ook hier. We lieten mensen weten dat dat niet goed is. Ook gaven we uitleg over geestelijke mishandeling, want soms kwamen ze er op school achter dat kinderen verwaarloosd werden. Zo probeerden we er niet alleen voor te zorgen dat de mensen die waren gevlucht uit Somalië veilig waren, maar ook hun kinderen.’
Gelukkig heeft Adow veel verbetering gezien in de ruim dertig jaar dat ze in Nederland is. ‘Er is heel veel veranderd’, zegt ze. ‘De rivaliteit tussen mensen van verschillende clans is in Nederland afgenomen, al is het vanwege extremistische groepen in Somalië zelf nog altijd niet veilig. Daarnaast was meisjesbesnijdenis toen we begonnen met de stichting in 2006 nog echt een taboe. Er werd gedacht dat we te verwesterd waren, of dat we iedereen gingen laten weten hoe onze vagina eruitziet. Door heel veel huiskamergesprekken te voeren is die wantrouwende houding verdwenen. Sommige vrouwen die toen negatief waren, werken nu voor ons als sleutelpersoon.’
Brede samenwerking
Sinds 2006 zag Adow veel verbetering in de problematiek die ze met haar stichting aanpakte. Daarom is niet alleen de doelgroep, maar ook het soort projecten met de tijd meegegaan. Zo loopt al enkele jaren het project ‘Nolosha’, wat in het Somalisch ‘het leven’ betekent, om ouderen aan het bewegen te krijgen. ‘Veel ouderen hebben niet zo de behoefte om naar buiten te gaan, maar voelen zich wel eenzaam’, legt Adow uit. ‘Elke vrijdag organiseren we een beweegactiviteit, waarbij het ook gaat om sociale contacten. Er komen zo’n 25 vrouwen die soms eerst even met elkaar praten, maar dan toch niet weg willen zonder te bewegen. Een vrijwilliger doet oefeningen voor. Zelf doe ik ook altijd mee, ik heb er nu zelfs spierpijn van!’
Nieuwe projecten staan nog niet op stapel, omdat stichting Asiya geen subsidie van de gemeente krijgt. Wel weet Adow altijd samen te werken met grotere partijen, zoals Centrum Jeugd en Gezin (CJG) of me&society. ‘Die samenwerking is erg belangrijk en moet versterkt worden’, legt ze uit. ‘De grote welzijnsorganisaties lukt het vaak om subsidies te krijgen, maar niet om specifieke doelgroepen te bereiken. Kleine zelforganisaties, zoals wij, kunnen dat wel. Onze sleutelpersonen spelen daar een belangrijke rol in, maar ook de laagdrempeligheid van onze activiteiten. Ik waardeer de samenwerking met CJG en me&society heel erg, samen kunnen we meer bereiken dan afzonderlijk. Ik hoop die samenwerking nog verder te verbreden.’