Direct naar content
RADAR Discriminatie melden
Discriminatie melden
Artikel

ASML maakt onderscheid op grond van nationaliteit maar dit is niet verboden

Het Nederlandse hightechbedrijf ASML mag sollicitanten met een Syrische of Iraanse nationaliteit en tijdelijke verblijfsvergunning voor Nederland uitsluiten van functies waarin zij toegang zouden hebben tot gevoelige Amerikaanse technologie. Tot dat oordeel komt het College voor de Rechten van de Mens.

Antidiscriminatiebureau RADAR had het College verzocht een oordeel uit te spreken omdat RADAR meent dat ASML zich schuldig maakte aan discriminatie. Dave Bekkering, klachtbehandelaar bij RADAR, sprak met twee sollicitanten die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Syrië en Iran. De Syrische man verbleef al bijna vier jaar als vluchteling op basis van een tijdelijke verblijfsvergunning in Nederland. Na positieve sollicitatiegesprekken en assessments bood ASML hem in eerste instantie een baan aan om hem later plotseling te berichten dat hij alsnog werd afgewezen vanwege zijn Syrische nationaliteit. “Voor hem is het oordeel natuurlijk onbevredigend”, zegt Dave.

Angst voor sancties

Het College erkent dat sprake is van direct onderscheid op grond van nationaliteit maar stelt dat ASML dit toch mag doen vanwege de Amerikaanse regelgeving die kan leiden tot sancties tegen het hightechbedrijf. Met de zogenaamde Amerikaanse Export Administration Regulations wil de VS voorkomen dat Amerikaanse militaire technologieën uit handen blijven van landen als Syrië, Iran, Noord-Korea en Cuba.

Teleurstellend en onbevredigend

RADAR is blij dat er nu sprake is van duidelijkheid, maar vindt het tevens teleurstellend en onbevredigend dat nu juridisch is bekrachtigd dat Amerikaanse regelgeving ertoe mag leiden dat een Nederlands bedrijf legaal in Nederland verblijvende mensen kan afwijzen voor bepaalde functies.